Je kunt elke grondsoort verbeteren. Als je zware klei- of leemgrond hebt, meng er dan kalk doorheen. Als je beplanting hebt die van zure grond houdt, meng er dan turf doorheen. Zandgrond kun je verrijken met humus, compost, potgrond, bemeste tuinaarde en kunstmest. Het is van belang om een goede zuurgraad van de grond te hebben. In "Bemestingadviezen" is daar een stukje over geschreven.
Compost kun je heel goed zelf maken. Meer daarover lees je op de pagina "Een hoge composthoop". Over kunstmest lees je meer op de pagina "Bemestingsadviezen".
Ik schrijf hier iets over het verbeteren van grond. Maar eigenlijk hebben alle Grondsoorten goede en minder goede eigenschappen. Je zult dus bij het verbeteren van de grond waarop je tuiniert, moeten beoordelen welke eisen je beplanting aan de grond stelt.
De grond in de tuin moet worden bewerkt om voldoende los te zijn. Daarmee bereik je een kruimelstructuur van de bodem en een evenwichtig gehalte aan water en lucht. Het losmaken van de grond gebeurt over het algemeen door te spitten en hakken. Er zijn ook handcultivators verkrijgbaar. Handig in het gebruik om bijvoorbeeld grond rondom onkruid los te woelen en zo het onkruid met wortel en al te kunnen verwijderen. Bij nieuw aan te leggen tuinen kun je de grond ook machinaal los (laten) maken met een ploeg, frees of motorhak.
Mulchen is een intensieve bedekking van de bodem met een laagje los, doorlaatbaar materiaal. Daarvoor kan je plantendelen gebruiken maar ook afgemaaid gras, turf, houtwol, papierwol, krullen en boomschors volstaan prima. Mulchen heeft de volgende werking.