Inleiding
Groenteteelt voor eigen gebruik moet goed doordacht worden opgezet. Want meestal is er slechts een klein stukje grond beschikbaar. Het is zaak om van te voren te bedenken welke gewassen je wilt verbouwen en wanneer deze gezaaid respectievelijk geoogst kunnen worden. Je kan bij de keuze van de groenten die je wilt kweken, rekening houden met de samenstelling van je tuingrond. Ook moet je wisselteelt toepassen: niet altijd dezelfde soorten groenten op dezelfde grond, maar afwisseling van bijv. bladgroenten, wortelgroenten, bonen en vruchtgroenten.
Daarnaast zul je de grond moeten gaan verbeteren: door humus, compost en organische mest (mogelijk kalk en later andere meststoffen). Dat principe blijft op alle gronden hetzelfde. Het is noodzakelijk om iets meer af te weten van de grondsoorten en de rol van humus. Je kunt grondmonsters nemen van de grond in je moestuin. Soms kun je die gratis laten analyseren bij een groter tuincentrum of bij een kweker. Je kunt ook zelf testjes doen om te bepalen met wat voor een grond je te maken hebt. Verder is de standplaats ook van belang om succesvol groente- en andere gewassen te kunnen kweken.