Deventer

De standplaats

Of een plant het goed doet, hangt af van de standplaats en de grondsoort. De drie belangrijkste groeifactoren zijn ZONLICHT, de TEMPERATUUR en WATER.

- ZONLICHT: Vaak zien we op een plantenetiket staan of de plant van zon, halfzon/halfschaduw of schaduw houdt. Maar wat betekent dit nu eigenlijk?

- Zonplanten moeten tussen half mei en half september minimaal 5 uur per dag zon hebben op het warmste gedeelte van de dag.

- Halfzon/halfschaduw betekent dat de plant tussen half mei en half september maximaal 4 uur per dag in de volle zon mag staan en daarbuiten de voorkeur geeft aan (lichte) schaduw.

- Schaduwplanten geven de voorkeur aan maximaal 2 uur (volle) zon per dag tussen half mei en half september en staan de rest van de dag het liefst in de schaduw.Wanneer een plant in de zon of schaduw kan staan, heeft deze geen specifieke eisen met betrekking tot zonlicht en kan zowel in de zon als in de schaduw groeien (en bloeien).

Een plant die van lichte schaduw houdt, geeft de voorkeur aan een lichte standplek, zonder direct in de felle zon te staan (weerspiegeld licht). Planten die van gefilterde zon houden, staan het liefst onder een boom, waardoor ze niet direct met het zonlicht in aanraking komen.

  • Durf te experimenteren

Je moet niet te bang zijn om te experimenteren met de standplaats. Ik weet uit eigen ervaring dat planten en heesters die vroeg bloeien het prima doen op een lichte plek waar net wat minder zon is dan officieel is vereist. Dit geldt voornamelijk voor vaste planten en heesters die bloeien vóór de langste dag.

In de praktijk zie je dan dat de bloeiperiode iets later is dan wanneer de beplanting op exact de juiste standplaats had gestaan. De kans of het lukt, hangt ook af van de plaats waar je de beplanting neerzet. Is deze beschut, dan gaat het eerder goed dan wanneer de standplaats afgezien van iets te weinig zon ook niet gunstig is.

Heesters en planten die na de langste dag bloeien, hebben wel de aanbevolen hoeveelheid zonuren nodig. In die situatie zullen planten op een iets minder goede standplaats beduidend minder uitbundig bloeien en moeite hebben om zich te handhaven.

- TEMPERATUUR: De temperatuur is de factor die de grootste invloed heeft op de groei van de plant. De factoren zonlicht en water zijn overigens van vrijwel even grote betekenis. Want het ontbreken van één van deze factoren kan niet worden gecompenseerd door de andere. Te lage temperaturen kun je bijv. niet compenseren met meer licht of meer water.

In dat kader zou ik wel oppassen met het aanplanten van min of meer subtropische planten. Bij programma's als "Rob's grote tuinverbouwing" en "Eigen huis & Tuin" wordt nogal eens de suggestie gewekt dat bepaalde planten het wel goed doen in ons land. Het staat altijd fantastisch, een tuin die weelderig is aangekleed met de meest exotische planten. Maar een paar graden vorst en je kunt de beplanting vervangen als je niets doet om vorstschade te voorkomen.

  • Enkele adviezen

Kijk eerst wat de standplaats is en pas daar je beplanting op aan. En je kan gerust experimenteren met de standplaats, maar dan wel voornamelijk met beplanting die het goed doet in ons Nederlandse klimaat.

Wil je toch met enigszins vorstgevoelige planten (zoals bijv. de Camelia) experimenteren, zet deze dan op een zo gunstig mogelijke standplaats. Als je de plant in het voorjaar in de grond zet, dan is de kans dat het lukt aanzienlijk beter dan in het najaar. Doordat de plant dan goed aan kan slaan, kan hij iets beter tegen een stootje. Ook went hij als het ware aan het Nederlandse klimaat.

Maar dan nog is het verstandig om vorstgevoelige planten te beschermen in de winter. Oudere planten zullen naar alle waarschijnlijkheid overleven, maar ze lopen wel vorstschade op en zien er daardoor minder mooi uit. Het duurt bovendien vrij lang voordat een dergelijke plant zich goed (en mooi) heeft hersteld.

WATER: Zonder water kan geen enkele plant groeien. Planten bestaan voor 60 tot 90% uit water. Water wordt niet alleen als bouwsteen maar ook als transportmiddel voor de voedingszouten en de door de plant geproduceerde koolhydraten gebruikt. Het water dient verder voor het in stand houden van de plant.

Als een plant te weinig water heeft, zal hij gaan hangen. Als een plant teveel water krijgt, zullen de wortels worden aangetast en daarmee ook het transportsysteem van de voedingsstoffen en de geproduceerde koolhydraten. Daardoor krijg je hetzelfde effect als bij planten die te weinig water hebben: de bladeren gaan hangen.