Een vijver draagt bij aan de sfeer in de tuin. Het kabbelende stroompje, heeft voor mij een heerlijk kalmerend geluid en op een warme dag een verkoelend effect. Het water trekt insecten aan, waar vogels zich te goed aan kunnen doen. Ze kunnen daarbij ook nog een slokje drinken en tevens lekker badderen. Ook kleurrijke vlinders voelen zich aangetrokken tot de waterpartij. Ze rusten er, drinken water en voeden zich met de nectar van de bloemen. Waterjuffers en libellen fladderen voor een paringsdans langs de planten. Kikkers geven graag een concert bij hun voortplantingsritueel en zorgen daarmee voor kikkerdril, waaruit zich weer een nieuwe generatie kan ontwikkelen, als dit proces niet verstoord wordt, want kikkerdril is ook een belangrijke voedselbron voor vogels en vissen.
Vijvervissen bieden met hun grote verscheidenheid in kleur en vorm een zeer levendig schouwspel. Al met al is de vijver een waardevol element in de tuin, dat zeker bijdraagt aan de biodiversiteit. Maar alles valt of staat met de beplanting.
Van groot belang zijn de zuurstofplanten. Zij helpen om de waterkwaliteit op peil te houden. Helder water is belangrijk voor de kwaliteit van leven van zowel de vissen als de planten.
Voorbeelden van zuurstofplanten zijn hoornblad en waterpest. Zij kunnen ruim worden aangebracht op de bodem van de vijver. Ook waterlelies kunnen daar worden geplaatst. Er zijn veel soorten in mooie kleuren, maar het belangrijkste is dat de grote bladen bescherming bieden voor de vissen en de opwarming van het water enigszins temperen. Voor de overige beplanting is het belangrijk om te weten op welke diepte ze het beste groeien.
Er zijn drijfplanten, moerasplanten maar ook oeverplanten en planten die wel een meter diep kunnen staan. Ze hebben allemaal verschillende eigenschappen en dragen bij aan het gezonde evenwicht in het water.
Dan komt de persoonlijke smaak om de hoek kijken. Er is veel keuze qua kleur, vorm, hoogte. Ook bepalend kan het tijdstip van bloei zijn. Zelf word ik altijd erg blij van de gele dotterbloem, Caltha Palustris, een moerasplant en de eerste bloeiende plant in mijn vijver. Een teken van het naderende voorjaar. De gele lis, Iris pseudacoris, ook vaak te zien in sloten, ontvouwt ook al in het voorjaar zijn knoppen evenals de blauwe variant, de Iris louisiana bleu. In de loop van de zomer bloeit er steeds iets anders.
De zwanenbloem, Butomus umbellatus is met zijn grote roze bloemschermen een echte blikvanger die wel drie maanden kan bloeien. De kattestaart, Lythrum salicaria, trekt al vanaf juni met zijn een mooie paarse bloemen veel vlinders.
In juli bloeit, de watermunt, Mentha aquatica, met roze geurende bloemen. Het roze snoekkruid (ook in wit of blauw verkrijgbaar),
Pontederia cordata, met zijn mooi gevormde blad, geeft in de nazomer nog kleur aan de vijver evenals de Lobelia cardinalis.
Maar dan is het gebeurd. Tijd om alle planten te snoeien en hier en daar wat op te schonen. De vissen duiken onder. De pomp gaat uit. De eerste herfstbladeren vallen. Tot de bomen kaal zijn, komt er een net over het water. Misschien vormt zich nog een laagje ijs. Maar volgend voorjaar, bij de eerste zonnestralen loopt alles weer uit en begint het levendige, kleurrijke schouwspel opnieuw.
Jotine Sonder