Deventer

Een op Engeland geïnspireerde pluktuin.

Verslag van de lezing door Marieke Nolsen. Marieke Nolsen woont op het landgoed Den Treek- Henschoten in Leusden. Haar man is daar bedrijfsleider. Den Treek is het bezit van 600 eigenaren allen behorend tot de familie de Beaufort. “Toen we hier kwamen wonen was het stuk rondom ons huis begroeid met gras, mos en coniferen. Ik besloot rondom het huis een formele tuin aan te leggen en verderop een pluktuin. De tuinen heb ik zelf ontworpen en grotendeels ook zelf aangelegd. Bij het huis ligt een vakkentuin met hagen, daar staan vaste planten, bollen en heesters in de kleuren van het landgoed, blauw en geel. Door met hoogte verschillen te werken, laat ik een “boeket effect” ontstaan. De pluktuin is omkaderd, dat biedt structuur en door het midden loopt een pad. Ik werk veel met klimconstructies en bogen met materiaal van het landgoed, herhaal elementen en langs de verschillende vakken heb ik lage borderranden aangelegd, gedeeltelijk met vaste planten. Ik ondersteun met takken en ook wel met netten van natuurlijk materiaal. Zowel in de tuin als bij het kweken, probeer ik het gebruik van plastic zoveel mogelijk te vermijden. Mijn pluktuin is geïnspireerd door Sarah Raven, bij haar heb ik ook een cursus gevolgd”. De meeste bloemen voor de pluktuin zaait Marieke Nolsen zelf, maar ze koopt ook planten en bollen bij kwekerij v.d. Spek en Dicky Schippers. In de pluktuin wordt ook weer met verschillen in hoogte en vorm gewerkt en met kleurcontrasten, om het boeketeffect te krijgen. Veel wordt binnen op warmte matjes, voorgezaaid in een mengsel van zaaigrond en vermiculiet en soms alleen in natgemaakte vermiculiet. Ook wordt er gezaaid in perspotjes, papieren bakjes en wc-rolletjes. Besproeien direct na het zaaien, wordt ons geadviseerd en als de plantjes opkomen koeler zetten, maar wel licht en vorstvrij en als ze 15 cm groot zijn gaan toppen. Vanaf begin april wordt ook buiten gezaaid op rijen, met als markering stokjes aan beide kanten. Planten waar Marieke Nolsen enthousiast over vertelde waren o.a. Zinnia’s, die goed bemeste bodem en warmte nodig hebben, lang bloeiende Cuphea soorten, de goed droogte verdragende Ageratum houstonium, Chenopodis botrys, Didiscus cearuleus en Amarant. Haal daar het blad af als ze in de vaas gaan, werd ons geadviseerd. Er staan veel klimconstructies met Lathyrus voor de kleurige en geurende bloemen, gemengd met Thunbergia met mooi blad. De Lathyrus krijgt elke week zeewiermest. Ook bollen worden in de tuin gebruikt. Bij laatbloeiende tulpen worden vergeet-mij-nietjes gezet, de gladiolen worden op verschillende tijdstippen gepoot, omdat ze al na 8 weken bloeien. En dan de dahlia’s. Die gaan begin mei niet te diep de grond in, op ruime afstand van elkaar. Daartussen komen o.a. grassen te staan, venkel, dille en amarant. Als de dahlia’s aan de groei zijn, kunnen ze ook gestekt worden en enkelvoudige dahlia’s kun je ook goed zaaien. De hongerige dahlia’s worden regelmatig bemest met fertilla, biologische turfvrije potgrond. Achter in de tuin staan verschillende soorten en kleuren zonnebloemen om de tuin er nog vrolijker te laten uitzien. www.mariekenolsen.nl