Veel mensen vragen zich af of Oleanders gesnoeid mogen worden. Soms zijn planten te groot geworden of zijn er enkele lelijke takken. Het artikel hieronder geeft antwoord op de vraag of, hoe en wanneer Oleanders gesnoeid mogen worden. Ook de verzorging van Oleanders komt aan bod. Het artikel is afkomstig uit "de Parel", het verenigingsblad van de Oranjerievereniging (www.oranjerievereniging.nl). De auteur is mevrouw A. Keunen-Keunen Hesperiden Hof (www.hesperidenhof.nl).
Oleanders kunnen een snoeibeurt goed verdragen, een gezonde plant zal na het snoeien weer flinke scheuten maken. Maar vraag je voor het ter hand nemen van de snoeischaar eerst af waarom je de plant wilt gaan snoeien. Vaak worden Oleanders gesnoeid omdat ze kale takken hebben met alleen aan de bovenste uiteinden nog wat blad en bloemknoppen. Het is echter zonde van de bloemknoppen die weggeknipt worden als men om deze reden gaat snoeien. Bloemknoppen die na de winter niet zijn ingedroogd, bloeien de volgende zomer verder. Een kort geknipte plant produceert het eerstvolgende jaar geen of weinig bloemknoppen. Ze zal flink groeien en vervolgens na twee of drie groeiperioden hetzelfde beeld geven: wederom lange kale takken met alleen aan de uiteinden wat blad en knoppen.
Bekijk welke vorm je de plant wilt geven.Knip vervolgens met een schone scherpe snoeischaar de takken weg die je te lang vindt. Een gezonde Oleander zal zelfs op de oudste takken weer uitlopen. Dus je kan in feite flink wat weg knippen. Wil je een wat luchtigere struik, knip dan niet tot op de hoofdstammen maar laat enkele centimeters van de zijtakken staan. Er zullen dan nieuwe takjes groeien op de zijtakken waardoor het een luchtigere struik zal worden, wat overigens gunstiger is voor de plant. De verse nog niet verhoute takken zullen beter opdrogen waardoor schimmelaantasting, vooral tijdens de eerstvolgende winter, minder gevaar vormt. Heb je een struik met uitzonderlijk lange takken vanuit de bodem, knip deze takken dan in verschillende lengtes af. Daarbij laat je bij voorkeur de langste takken in het midden staan.
Gebruik een pot met voldoende afwateringsgaten, een goede potgrond, liefst met weinig turf, een klein gedeelte scherp zand en een klein gedeelte klei (bentoniet). Turf houdt water te lang vast waardoor de vlezige wortels kunnen gaan rotten. Daarentegen is scherp zand goed voor de afwatering en de klei voorkomt onder andere uitdroging. Er is overigens ook speciale potgrond voor kuipplanten te koop. Door deze grond meng ik in de regel een handvol organische mest. De hoeveelheid mest is afhankelijk van de grootte van de pot.
Oleanders worden één à twee keer per jaar bemest. Dat kan op twee manieren. De eerste manier is bemesten met organische meststoffen. De meststof licht in schoffelen of in werken. De wormen doen de rest wel. De tweede manier is bemesten met een evenwichtige kunstmest met weinig stikstof maar wel veel kali. Een goede verhouding is NPK 7-14-28. Deze bemesting direct na de bloei toedienen en in het voorjaar herhalen. Dan ook iets kalk geven.
Dan kan je, om ruimte te creëren in de huidige pot, ook wortelsnoei toepassen. Dit kan je ook het beste doen in de maand februari of begin maart, net voor dat de groei weer op gang komt. Je haalt de plant uit de pot en snijdt met een scherp mes een flink deel van de wortels af en gaat dan net als hier boven te werk met het verpotten. Let wel, deze plant zet je de eerste vier tot zes weken na de wortelsnoei niet in de volle zon!! Er moeten eerst nieuwe haarwortels gevormd worden die vocht kunnen opnemen. Geef in deze periode ook weinig water. De gewonde wortels moeten eerst goed herstellen om wortelrot te voorkomen.
Rest mij je aan te raden om handschoenen te dragen tijdens het verzorgen van je Oleanders omdat de sappen in alle delen van de plant giftig zijn!