Deventer

De Dahlia en de aardappel, online lezing door Brian Kabbes

Brian Kabbes gaf op 21 maart een lezing voor de afdeling Salland. Hij is vaste planten kweker, ook van nieuwe rassen, en schrijft o.a. tuinartikelen voor Groei&Bloei en de Leeuwarder Courant. Zoals hij zelf zegt: ‘Ik ben gek op planten maar niet op tuinieren.’

Eerst behandelt hij de Dahlia: deze wordt al 2 eeuwen als sierplant gekweekt, maar diende vroeger in Mexico als voedselplant. De Azteken en Mizteken kookten de wortels en aten deze. Op dit moment worden de Dahlia blaadjes gebruikt om wol te verven.

Bijna 4 eeuwen geleden, in 1615, beschreef Francisco Hernandez een plant die gelijkenis vertoont met de huidige Dahlia. Hij noemde de plant cocoxochitl of acocotli, de naam die de Azteken gebruikten voor de plant. In 1791 werd ze vernoemd naar de Zweedse botanicus Andreas Dahl. Twee ontdekkingsreizigers brachten de plant in 1804 naar Europa. In Nederland is de plant in 1872 geïntroduceerd.

De originele dahlia is de enkelbloemige. Ze groeien in Mexico op bosrijke plekken, met liefst een deel van de dag schaduw. Er zijn nog zo’n 36 wilde soorten te vinden, waaronder de Dahlia Imperiales, die in het wild meer dan 10 meter hoog kan worden. Bij een bezoek aan Mexico ontdekte Kabbes dat de Dahlia coccinea de meest interessante is, hij zag 20 soorten in veel kleuren.

Familieleden van de Dahlia zijn o.a. de Bidens hidalgea en de Cosmos. De laatste heeft een soort die naar chocolade ruikt en deze heeft ook een kleine knol. In principe zijn de Dahlia en deze Cosmos dus te kruisen! Wereldwijd zijn er 20.000 soorten Dahlia’s, allemaal hybriden. Kwekers verdelen deze in groepen, naar uiterlijke verschijningswijze. Dat zijn o.a. de cactusbloemigen, de decoratief-en waterlelie bloemigen en de enkelbloemigen (waaronder de halskraag Dahlia en de stellar). 

Dahlia’s kunnen ook gezaaid worden. Je kunt zelf zaad winnen door de uitgebloeide knop geheel te laten verdrogen en dan het zaad eruit te halen, maar er is ook zaad te koop. De beste zaaitijd is begin april: er is dan al bloei eind juni! Bij het gebruik van knollen blijkt Kabbes geen voorstander van het voortrekken van Dahlia’s. Hij ziet er geen voordeel in.

De knollen kunnen na half mei in de grond, maar liever nog wat later. De slakken houden erg van de jonge uitlopers en als je wat later plant, is er meer voedsel in de tuin voor de slakken. Knollen rooien moet zo laat mogelijk gebeuren,  het liefst nadat de plant helemaal bevroren is geweest.

 

(lees verder onder de afbeelding)

Het 2e deel van de lezing ging over de aardappel: Dahlia en aardappel hebben gemeen dat ze beide van het Latijns Amerikaanse continent komen. De aardappel werd in 1537 in Colombia voor het eerst gezien door een Spanjaard: Jimeniz de Quesada. Tegenwoordig zijn er daar veel variëteiten te ontdekken: ze zien er qua vorm en kleur heel anders uit dan bij ons.

De aardappel behoort tot de familie van de nachtschade. Ook de tomaten horen erbij, net als de pepers, de paprika’s en de aubergine. Andere min of meer verre familieleden zijn de Alruin (een Middeleeuwse zeer giftige toverplant, ook bekend van Harry Potter), de Tabak, de Lampionplant , de Petunia en de Brugmansia. De zoete aardappel (Ipomoea batatus) is familie van de Winde, dus niet van de aardappel! Je kan een zoete aardappel in de grond zetten en naar verloop van tijd groeit hij als een klimplant met winde achtige bloemen! In Amerika worden nog veel aardappelrassen door elkaar gekweekt: dat zorgt voor minder uitval, meer resistentie tegen kevers en schimmels. Er bestaat nog een zogenaamde oer-aardappel, de Solamgtenotomummy, met zeer goede genen. Deze is bij kwekers zeer gewild. De aardappel is voor 1 op de 7 mensen op aarde basisvoedsel, we moeten er dus zuinig op zijn!

Corrie Eland