Deventer

HOVENTOER

Mijn lief is lid van de nationale Floravereniging Plant & Snoei, waardoor ik ook automatisch lid ben.

Elk jaar onderneemt de afdeling Daverte en Ommelanden van die Floravereniging een driedaagse hoventoer. Uit het verslag in het groene periodiekje kon ik herleiden, dat de deelnemers vorig jaar genoten hadden van de hoven die men bezocht had en vooral van het samenzijn. Dit jaar gaan we ook mee, besliste mijn lief. We zullen negen locaties gaan bezoeken. Tuinen die opengesteld zijn voor bezoekers. Dus ik verwacht dat het gaat om siertuinen, waar semi-amateurs hun ziel en zaligheid in een lap grond gestoken hebben, met de doelstelling het ideaal van een Hof van Eden zo dicht mogelijk te benaderen. Bij een aantal van de tuinen waren de eigenaren in hun jonge jaren met een kale weide begonnen.  Gedurende de rest van het arbeidzame leven waren zij erin geslaagd, door het planten van bomen en struiken, het aanleggen van gazons en het scheppen van levendige borders, een lusthof te creëren.

Voor de goede orde der dingen, moet ik hierbij onderscheid maken tussen oogstrelendheid en het element rustgevendheid. Mijn indruk was dat dit per tuin nog verschilde. Nu is het natuurlijk zo dat ieder mens een persoonlijke voorstelling heeft, over hoe de ideale hof, hoe die moet aanvoelen en hoe die er moet uitzien. In mijn beleving moeten beide zaken hand in hand gaan. Zittend op een bankje in een mooie plantrijke hof, waar de kleuren van de bloemen harmoniëren, moet je het gevoel krijgen dat je hier uren kunt verpozen zonder je te vervelen. Er waren een paar tuinen die er uiterst perfect uitzagen, maar waar ik blij was dat we niet zoveel tijd hadden, omdat we naar de volgende locatie moesten. Er was één tuin die minder perfect was, maar waar de energie zo prettig was, dat ik het jammer vond dat de tijd om was.De meeste hofbezitters hadden ook een hoekje waar ze hun overtollige planten voor een schappelijk prijsje te koop aanboden, in de hoop dat een bezoeker zijn of haar kooplust niet onder controle heeft. Er is altijd nog wel plaats in je tuin, voor nog een bijzonder plantje of voor een uitbreiding van een bestaand groepje in de border.

Er stond ook een moestuin op het programma. Een historische nog wel. Ik stelde me voor dat daar moes gekweekt werd dat nu niemand meer kent of eten wil. Een kweektuin met vergeten planten. Er waren twee mogelijkheden: a) Ik ben zelf geschiedenis of b) Dat historische was overdreven. Keuze b is waarschijnlijk de juiste. Schorseneren en Pastinaak zijn weliswaar geen groentes die men dagelijks eet, maar M. Toonder creëerde in zijn Bommelverhalen de figuur Pee Pastinaak als expert op het gebied van groeisels en Drs.P noemde in een van zijn liederen schorseneren in één adem met witlof en prei. Dus zo vergeten waren ze niet. Alle andere groenten die daar het zonlicht blikten kende ik, ook al lust ik ze niet allemaal. Maar het was wel indrukwekkend hoe deze moestuin in stand werd gehouden door vrijwilligers, die ook op die hete dagen dat wij daar rondliepen, ijverig schoffelden en oogstten.

Er is een kort gezegde dat weinig bemoedigend zou kunnen zijn voor het planten van een boom: “boompje groot, potertje dood”. In verschillende tuinen stond echter volwassenheid uitstralende grote bomen, die door de nog in leven zijnde hofeigenaar gepoot waren. Laat u dus niet ontmoedigen, beste lezer, een boom geeft schaduw en koelte bij warme dagen. De opentuinuitnodigingen gaan gewoonlijk gepaard met een entreeprijs die inclusief een kop koffie is.  Heel gastvrij als men daarnaast ook de mogelijkheid biedt om van een WC-gebruik te maken. Dat kon bijna overal. Ook al waren er, vanwege het grote gezelschap, meerdere wachtenden voor je. Maar er was één tuinvrouw die geen gasten op haar toilet duldde. Amai, mannekes, ze was nog wel ene Vlaamse die toch bekend staan om hunne gastvrijheid. Nu snappen we ook waarom ’t manneke in het openbaar pist. Hij mocht niet naar de plee.

Thuis gekomen, rust ik uit van een bijzonder gezellig, maar vermoeiend reisje. Zoveel indrukken van planten, vormen, kleuren, combinaties, structuren, doorkijkjes, rozenboogjes, haagjes, bomen, struiken, vijvers, beeldhouwwerken……probeer ik te verwerken en te projecteren op mijn eigen tuin, die er daardoor armzalig gaat uitzien. Eerst nog maar een paar nachtjes slapen en vooral niet dromen over de Hof van Eden, want dan word je ’s morgens depressief wakker.

Paul Ganzevles