Slakken kunnen voor je tuin een ware ramp zijn. In ons land zijn dat vooral huisjesslakken en naaktslakken. Het zijn tweeslachtige weekdieren, maar kunnen zichzelf niet bevruchten. Ze leggen tot zo’n 400 eitjes per jaar en zijn vooral ’s avonds en ’s nachts actief. Ze overwinteren teruggetrokken in de bodem of in schuilplaatsen en laten zich in het voorjaar weer zien en dan vooral bij vochtig weer. De naaktslak, die het meest vraatzuchtig is, wordt een tot twee jaar oud, de huisjesslak kan veel ouder worden.
Het voedsel van de slak bestaat vooral uit sappige plantendelen. Omdat hun tong een soort rasp is, raspen ze hun voedsel en veroorzaken daardoor rafelige gaten in aangevreten bladeren. Zo raspen ze bijvoorbeeld ook de groene bast van alliumstengels, waarna er een bruine stengel achterblijft.
Niet alle planten zijn geliefd bij slakken. Zo mijden ze planten als akelei, goudsbloem, geranium, daglelie, klimop en varen.
Door het opwerpen van hindernissen, waar slakken niet graag overheen kruipen, kun je gevoelige planten beschermen. Materiaal dat zich hiervoor leent is onder meer scherp zand, schelpengrit, fijngemaakte eierschalen, cacaodoppen, sparrennaalden, koffieprut. Overigens wordt het effect door foeragerende vogels soms al snel teniet gedaan.
Overdag verstoppen slakken zich bij voorkeur op vochtige plaatsen. Dit kan zijn onder planten of struiken, maar ook onder potten en tuinafval. Ze hebben nogal wat natuurlijke vijanden, zoals vogels (lijsters, merels, eksters), kippen, padden, kikkers en ook egels. Bestrijding kan al beginnen door deze vijanden in je tuin uit te zetten of te lokken.
Een voor de hand liggende bestrijdingsmethode van slakken is ze te vangen. Wanneer ze ’s avonds in beweging komen, kunnen ze genmakkelijk worden opgeraapt en vervolgens vernietigd. Afhankelijk van de grootte van de tuin, kun je er zo per avond honderden verzamelen. Vangen kan ook met behulp van een slakkenval, een ingegraven bakje met (zoetig) bier of zeepsop.
Een uitgeholde meloen schijnt ook grote aantrekkingskracht op slakken uit te oefenen. Ze trekken er ’s nachts naar toe en ’s morgens zijn ze voor het oprapen.
Omdat voorkomen beter is dan genezen, kun je je ook op de voorlopers van de slakken richten, de eieren. Ze zijn te herkennen als hoopjes kleine witte bolletjes die met name rond schuilplaatsen te vinden zijn. Bestrijden kan door ze met een 10 % oplossing van ammonia te bespuiten. Dit is onder meer aan te raden bij Hosta’s en wel wanneer ze net met hun neuzen boven de grond uitkomen. Door de ammonia ‘verbranden’ de eitjes.
Eenzelfde effect kan ook met een knoflook-extract worden bereikt, omdat knoflook voor slakken giftig is. Hiertoe kneus je de teentjes van één knoflookbol, doet ze in een liter water en laat ze 5 minuten koken. Daarna zeven, laten afkoelen en in de koelkast bewaren. Bij gebruik hiervan één eetlepel verdunnen met één liter water en hiermee in het voorjaar gevoelige planten besproeien.
Kuipplanten zijn te beschermen door om de potten koperdraad of een koerstrip te wikkelen, Koper is namelijk ook giftig voor slakken.
Een alternatieve methode is om de pot op een verhoging in de schaal gevuld met water te plaatsen.
Het gebruik van slakkenkorrels is discutabel, omdat ze schadelijk kunnen zijn voor onder meer vogels, egels en huisdieren. Intussen zijn er biologische korrels te krijgen; deze bevatten ijzer en fosfaat als gevolg waarvan slakken niet meer eten en sterven. Om te voorkomen dat de korrels verregenen of ten prooi vallen aan eerder genoemde dieren kun je ze in PVC buisjes van zo’n 30 cm lang doen en onder voor slakken aantrekkelijke planten leggen.
Bij tuincentra zijn tegenwoordig parasiterende aaltjes te koop die je loslaat op plaatsen waar veel slakken voorkomen. Ze vallen de slakken vanuit hun darm aan, die stoppen vervolgens met eten en sterven binnen één tot drie weken. Het is goed om te weten dat deze aaltjes onschadelijk zijn voor mens en dier.
Cor Koppert, 20-03-2017